Passend onderwijs
Als sociaal professional kun je te maken krijgen met kinderen en ouders van kinderen die op zoek zijn naar passend onderwijs. Alle leerlingen moeten op school onderwijs krijgen dat aansluit bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Daarom bieden scholen extra hulp aan leerlingen die dat nodig hebben, zoals kinderen met leer- of gedragsproblemen.
Drie mogelijkheden
Passend onderwijs wil zeggen dat deze kinderen de begeleiding krijgen die zij nodig hebben om te kunnen leren. Het liefste moet dit gebeuren op een gewone basisschool, maar als dat niet mogelijk is, dan in het speciaal basisonderwijs of in het speciaal onderwijs.
De gewone basisschool met extra ondersteuning
De ideale situatie is natuurlijk dat een kind naar een gewone basisschool gaat. Deze basisschool kan extra ondersteuning bieden aan kinderen die specifieke onderwijsbehoeften hebben. De ouders moeten dit op de school bespreken.
Speciale basisschool
Niet altijd kan de gewone basisschool de juiste ondersteuning bieden. In dat geval kan de school samen met de ouders naar een plek voor het kind zoek op een speciale basisschool.
Speciale basisscholen zijn bedoeld voor onder andere:
- moeilijk lerende kinderen;
- kinderen met opvoedingsmoeilijkheden;
- kinderen met gedragsproblemen.
Speciaal onderwijs
Een gewone basisschool of een basisschool voor speciaal onderwijs kan soms niet de extra ondersteuning bieden die een leerling nodig heeft. In dat geval kan deze leerling naar het speciaal onderwijs.
Bij de overgang naar het voortgezet onderwijs kijken de school en de ouders of de leerling misschien naar een gewone middelbare school kan. In de meeste gevallen gaan leerlingen in het speciaal onderwijs na hun twaalfde jaar naar het voortgezet speciaal onderwijs. Ze kunnen daar blijven tot en met het schooljaar waarin ze twintig jaar worden. Die periode kan iets langer zijn als daarmee de kans op een diploma of passende plek op de arbeidsmarkt groter wordt. De school moet daarvoor wel een ontheffing bij de Inspectie voor het Onderwijs aanvragen.
Groepen in het speciaal onderwijs
Het speciaal onderwijs bestaat uit vier clusters:
Cluster 1 |
blinde, slechtziende kinderen |
Cluster 2 |
dove, slechthorende kinderen en kinderen met een taal- spraakontwikkelingsstoornis |
Cluster 3 |
motorisch gehandicapte, verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke kinderen |
Cluster 4 |
kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen |
Schoolkeuze
De ouders hoeven niet alleen uit te zoeken op welke school hun kind het beste op zijn plek is. De ouders melden het kind eerst aan op de basisschool naar hun keuze. Als de ouders denken dat hun kind extra ondersteuning heeft, kunnen zij dit eerst met de school overleggen. Omgekeerd zal de school ook met de ouders overleggen als de leerkracht ziet dat het kind specialere begeleiding nodig heeft. De school en ouders krijgen hierbij hulp van specialisten, zoals een onderwijscoach en de gezinscoach. Ook een orthopedagoog kan om advies gevraagd worden. Op die manier gaan de school, ouders en andere deskundigen samen op zoek naar de beste plek voor het kind.